De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is de hoogste rechter in bestuurszaken in ons land. Bij een beslissing van dat college hebben we ons meestal neer te leggen. Gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland doen dat in de casus Spelderholt niet.
De Raad van State heeft tot twee keer toe nadrukkelijk aangegeven niet akkoord te kunnen gaan met alleen de bouw van woningen op het Spelderholt omdat er een onverbrekelijke samenhang is met de verplaatsing en nieuwbouw van de manege en maatregelen tot het verbeteren van de natuur. Massieve woningbouw in het buitenge-bied is er door de gemeenteraad – in afwijking van het normale beleid – mogelijk gemaakt vanwege de andere onderdelen van het totaalplan. De opbrengst van de woningen was nodig voor de kosten van die andere onderdelen. Toch heeft Apeldoorn voor een derde keer geprobeerd met een projectbesluit uitsluitend woningen toe te staan. Dit zonder een garantie dat de andere onderdelen van het totaalplan zouden worden uitgevoerd en zonder de garantie dat de opbrengsten van de woningen niet door de projectontwikkelaar zullen worden weggesluisd. De rechtbank Zutphen heeft hier met een uitspraak vorig jaar gelukkig een stokje voor gestoken. Apeldoorn is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. Een dezer dagen wordt het oordeel van het hoogste rechtscollege verwacht.
De provincie Gelderland is in 2011 door de Raad van State op de vingers getikt voor een 2009 afgegeven natuurbeschermingswetvergunning voor het totaalplan. In december 2012 kwam er toch een nieuwe vergunning voor uitsluitend de manege terwijl realisatie van het oorspronkelijke totaalplan nog steeds aan de orde is. De relevante wetgeving is sinds 2009 niet gewijzigd, het totaalplan nauwelijks. De manege wordt nu een paardenhoude-rij genoemd en de gemiddelde leeftijd van de paarden is wat omlaag gebracht. De provincie vindt dat de vergunning nu wel kan omdat sinds 2009 boerenbe-drijven rondom de Veluwe zijn gestopt of ingekrompen, waardoor stikstofruimte zou zijn ontstaan. Een argument dat ook al is ingebracht in de procedure die in 2011 tot ver-nietiging van de vergunning heeft geleid onder meer omdat de (achtergrond)depositie van stikstof op de Veluwe veel te hoog is. Dat is ook in 2012 nog steeds het geval, ondanks stoppers en krimpers. Tegen de nieuwe natuurbeschermingswetvergunning zal de SBNE in beroep gaan.
Het is een raadsel wat gemeente en provincie tot deze halsstarrigheid beweegt. De ‘stoppers en krimpers redenering’ is te gek voor woorden. Deze zijn er altijd geweest. Nieuw is dat hiervan door Gelderland ‘boek wordt gehouden’. Deze boekhouding leidt tot een ‘depositiebank’ waaruit starters en uitbreiders kunnen putten. Verbetering van de stikstofneerslag door stoppers en krimpers wordt daarmee weer teniet gedaan. Dit terwijl er daarnaast nog steeds veel te veel stikstof neerdaalt. Alleen met een werkelijke afname van het aantal dieren, handhaving door aanpak van illegale veehouderijen en goede beheersmaatregelen voldoet Gelderland aan haar plicht tot instandhouding van de Veluwe, niet met vergunningen voor nieuwe of grotere veehouderijen.